Koh Chang en Koh Mak

De eerste twee weken van onze reis zaten we op 2 prachtige eilanden in Thailand. Toen we in Bangkok aankwamen konden we niet naar ons hotel, want dat deel van de stad was overstroomd. We hebben in een ander hotel overnacht en zijn de volgende dag met een minibus naar Trat vertrokken, waar we de boot naar Koh Chang namen. Daar zaten we in een hutje vlak bij het strand. De eigenaar heet Mister Nong. We hebben er een scooter gehuurd en zijn het hele eiland over getuft.
Bij onze hut zaten de wilde apen in de bomen, maar ze deden niks hoor. Chang betekent trouwens olifant. Je zou dus denken dat er echt wilde olifanten zijn, maar dat is niet zo. De olifanten in Koh Chang zijn ernaartoe gestuurd voor de toeristen. We hebben er niet op gereden, want we vonden het een beetje zielig voor ze. Ze werden niet zo goed behandeld. Voor de rest was het een fantastische week.
Hierna gingen we met de speedboot naar Koh Mak, een super klein eiland waar we een hutje aan ons eigen privestrand hadden. Hier hebben we gezwommen, gesnorkeld, kano gevaren, schelpen gezocht en onze eigen armbandjes en kettingen van schelpen en koraal (gevonden op het strand) gemaakt.
Op Koh Mak was geen internet en geen bank. Dus moesten we na 4 dagen weer naar het vaste land. We konden er niet pinnen en het geld was op.
Via Trat zijn we naar Siem Reap in Cambodja gereden met de bus. Hierover vertel ik in het andere verslag.